Wij volwassenen zijn zo gewend om ons aan te passen aan de mensen in wiens nabijheid we ons bevinden. Soms schijnen we even te vergeten dat iedereen toiletpapier gebruikt. Ofwel, iedereen is mens of menselijk. Dat is zo leuk aan kinderen, die prikken overal doorheen.
Zo vergeet ik nooit meer één van die eerste lentedagen, 5 jaar geleden. Ik liep met mijn zoon richting de supermarkt. Hij met zijn lichtblonde krullen en guitige lach. Overal waar we liepen keken mensen naar hem en draaiden zich zelfs naar hem om. Parmantig liep hij dan vooruit. Zo ook deze middag. Ik zag dat een beetje een vaag figuur onze kant op kwam gelopen met een even zo vaag hondje. Ik dacht op dat moment dat ik hoopte dat hij niets zou zeggen tegen die man.
Natuurlijk deed hij dat wel.
Want ik was daar op dat moment echt de enige die in het oordeel zat. Mijn zoon zei de man vrolijk dag en toverde met dat eenvoudige gebaar een grote glimlach op zijn gezicht. Alsof hij ineens echt werd gezien door iemand.
Zonder mijn zoon zou ik zijn doorgelopen. Ik had de man waarschijnlijk wel aangekeken, want dat doe ik meestal. Wat is er gebeurd dat ik die man niet meer zonder oordeel kan bekijken?
Oordelen gaan samen met een al dan niet natuurlijk bewijsdrang.
Het is volwassen eigen en voor een kind voelt dat laatste niet natuurlijk. Het staat ver van hun af omdat we op het moment dat we voorrang geven aan bewijsdrang, we voorbij gaan aan ons gevoel. Dat werkt verwarrend voor onze kinderen. We leren hen daarmee dat je anders kunt zijn dan je in essentie bent. Dat is het voorbeeld dat je dan bent voor je kind.
Denk maar eens aan een moeilijke situatie. Het verlies van iemand van wie je veel houdt bijvoorbeeld. Dat verdriet is er, en je kind ziet en voelt dit. Als jij vervolgens doet alsof het wel mee valt, dan ontken je niet alleen je eigen gevoel, maar ook de scherpe perceptie van je kind. En dat is iets waar een kind zijn houvast vindt.
Het is toch juist normaal en veilig om jezelf te zijn en te laten zien?
Het is ook weer niet de bedoeling dat je je verdriet in alle zwaarte uitstort over je kind. Er zit een heel scala aan emoties en mogelijkheden tussen je gevoel ontkennen en continu huilen.
Hoe eerlijker je bent naar je zelf, en je hele zelf accepteert en omarmt, hoe beter de communicatie met je kind is. Als jij eerlijk bent dan zorgt dit voor vertrouwen en openheid. Je kind durft zich open te stellen naar jou toe.
Als je eerlijkheid verwacht van je kind, en dit niet krijgt, kijk dan eens naar jezelf. Ben jij eerlijk naar jezelf? En wat leer je je kind hiermee echt? Het zijn van die onbewuste maskers die we allemaal van tijd tot tijd opzetten. Voor ons zijn ze normaal. Het helpt ons te functioneren in tijden die lastig zijn. Hoe gaat een kind hiermee om? Een kind houdt zich niet groot en houdt ook niet zijn of haar werkelijke gevoelens voor zich.
Dat is ook waarom je het verdriet van een kind door de ogen dit kind mag bekijken.
In onze ogen huilt een kind bijvoorbeeld omdat ze hun zin niet krijgen. In de ogen van het kind zelf voelt het misschien afwijzing. En terwijl een kind dit uit, wordt het de gang op gestuurd.
Toon wie je bent en toon wat je voelt.
Zeg wat je doet en doe wat je zegt.
Zorg voor die veilige haven.
En voor houvast.
Zodat een kind kan zijn wie hij werkelijk is. Door wie wij zijn en onze verwachtingen te projecteren op het kind gaan we zó voorbij aan de individuele behoeften van een kind. Elk kind is mooi, goed en perfect, ieder op geheel eigen wijze. Al die hokjes en eisen maken alleen maar onzeker en complex.